Paul Groot
Print
Screen
Hoeveel
Remko Scha's zouden er eigenlijk rondlopen? Tot voor kort kende
ik hem voornamelijk als de geleerde, de muzikus, de artistieke rebel,
de beeldend kunstenaar; sinds mijn kennismaking met Artificial
ook als de programmeur. Natuurlijk hebben die personages veel gemeenschappelijks,
en mag je ze best af en toe met elkaar verwarren. Maar omderwille
van de helderheid heet hij hier RemkoScha. Ik doel natuurlijk
ook op Remko Scha, en had hem hier ook remkoScha, Remko_Scha
of remko@schainf kunnen noemen, of welke andere willekeurige
of communicatieve naam je maar wilt. Maar voorlopig is het RemkoScha,
een naam waarin de persoonlijke toon overheerst, met toch een accent
richting computer. Misschien is remkoScha als variabele in
verband met Artificial het meest voor de hand liggend, maar zo'n
spelling komt mij toch te weinig elegant voor.
RemkoScha
dus. Om ons er toch telkens even aan te herinneren dat er iets met
deze tekst wringt. Dat deze woorden een surrogaat zijn voor de regels
van de partituur van het programma, voor het uitgetikte script dat
de basis van het programma is en de motor ervan vormt. Want met
computertalen is het een beetje gesteld als met het nieuwste horloge.
Niet de tijd, maar de vraag naar welke nieuwe toepassingen ze nu
weer in een nog kleiner volume hebben weten te stouwen maakt je
nieuwsgierig. In een klassiek klokje is er aan de mechanika van
radertjes en veertjes nogal wat te doen, maar aan een nog sneller
chipje in nog kleinere uitvoering is er visueel niet echt veel lol
te beleven. Wat telt is dan niet meteen de hardware, maar het script
dat aan de toepassingen ten grondslag ligt. En dat geldt zeker voor
Artificial. Want misschien meer nog dan de uiteindelijke visuele
resultaten is het dertigtal A4-tjes, betrekkelijk volgetypt met
regels die het liefst in de Courier 10 punts uitgeprint zouden willen
worden, het echte kunstwerk. Een partituur die de sfeer van het
handschrift van een schilder of een componist benadert en die met
de anonimiteit van een script in het geheugen van de computer in
tegenspraak lijkt. Maar die helaas tegen geïnteresseerde blikken
van de buitenwereld wordt afgeschermd, hoewel het toch als een hedendaags
kunstschrift op veel aandacht zou mogen rekenen.
Het aardige
van een project als Artificial is dat je ook de conceptuele opzet
en de praktische achtergrond ervan bloot kunt leggen. De computer
houdt weliswaar het doen en laten van de hardware voor ons verborgen,
maar de structuur van dit programma ligt als een open zenuw betrekkelijk
uitdagend onmiddellijk achter de beelden te wachten. Niet echt aanlokkelijk
voor de meeste kijkers, in principe ook gesloten voor anderen dan
de maker, maar helemaal ontoegankelijk toch ook weer niet.
Hypercard,
de computertaal waarin RemkoScha zijn eerste versie heeft geschreven
(er staat een LISP-versie op AutoCad in de
steigers) is een heel toegankelijk medium waarin RemkoScha zijn
hogere aspiraties uit heeft kunnen leven. De elegante eenvoud van
een typische Apple Macintosh-taal met af en toe vreselijk onbenullige
details, die RemkoScha handig genoeg heeft vermeden. Maar bovenal
een taal met een sterk gevoel voor teken-achtige toepassingen waar,
het moet hier gezegd, Artificial toch niet helemaal zonder kleerscheuren
uit vandaan is gekomen.
Een onnodig
grote angst voor het witte vlak, een artistiek horror vacui,
een hedendaagse psychologische infectie waarvan ik niet weet of
je die aan RemkoScha of aan de computer zou toe moeten schrijven,
is voorlopig het meest opmerkelijke manco van het programma. Opmerkelijk,
omdat RemkoScha zijn werk ziet als een electronisch equivalent van
de drastische opruiming waar een aantal abstract werkende kunstenaars
in de jaren zestig in de cultuur hebben huisgehouden. Deze nog altijd
levende traditie (onlangs organiseerde Vittoria Biasi in Rome een
tentoonstelling onder de naam 'Het geheugen van het witte schilderij',
waarbij het witte doek niet slechts de behoeder van een luminaire
traditie bleek te zijn, maar ook nog eens het licht op de toekomst
bleek te werpen) is het kader waarbinnen Artificial functioneert.
Een in de jaren zestig door Herman de Vries en François Morellet
ontwikkelde idee van een intuïtief gebruik van systematiek
wordt door RemkoScha systematisch en technisch verder uitgewerkt.
Een parallel, digitaal onderzoek naar de voor deze kunstenaars zo
karakteristieke vormen: de eenvoudige geometrische, naast de complex
biologische.
on symNullR x1,y1,x2,y2
symR "nullR",x1,y1,x2,y2
end symNullR
Een toevallig fragment uit de partituur van dit programma laat zien
hoe geschikt elegant genoteerde computertalen zijn om met de verbeelding
aan de haal te gaan. Vanwege de heldere lay-out, vanwege de formuleringen
die ons als vanzelf op het domein van de poëzie brengen, vanwege
de mogelijkheden om met de taal behalve teksten ook beelden en geluiden
voort te brengen en zo een Gesamtkunstwerk vanuit de taal waar
te maken. En natuurlijk vanwege de digitale, binaire berekeningen
van de computer. De prachtige algebraïsche en mathematische formuleringen
zijn in de computertalen teruggebracht tot een ééndimensionaal
aandoende regelval. Een notatiesysteem dat van de schitterende mathematische
typografie weliswaar niets over laat, maar het voordeel heeft op een
solide tekstueel resultaat af te stevenen. En in die zin is Artificial
misschien meer verwant met de poëzie dan met de beeldende kunst.
Bijvoorbeeld met Hans Faverey's gedicht Chrysanten, Roeiers
(1977) dat je zou kunnen lezen als een illustratie bij het programma
van Scha, een gedicht als een screenprint van een van de bewegingen
van Artificial.
BEGIN: Zo [#] het iets teWeeg brengt,
IF: en [+] zich heeft verGeten,
THEN: is [=] het teVergeefs
ELSE: en [+] in godsNaam
END
Ik heb er voor de sfeer hierboven wat leestekens aan toegevoegd
(een methodiek die Faverey zelf ook beoefende , maar die de critici
niet zo beviel en die hij zelf al snel ook heeft losgelaten), maar
dat heeft het gedicht natuurlijk niet nodig. Hier het vijfde deel
van het gedicht in de originele notatie:
Van lieverlede;
zo
komen zij nader: 8 roeiers,
steeds verder landinwaarts
groeiend in hun mytologie:
met elke slag steeds verder
van huis, uit allemacht roeiend;
groeiend tot alle water weg is,
en zij het hele landschap
vullen tot de rand. Acht --
steeds verder landinwaarts
roeiend; landschap daar al geen
water meer is: dichtgegroeid
landschap al. Landschap,
steeds verder land-
inwaarts roeiend; land
zonder roeiers: dicht-
geroeid land al.
Als dit gedicht
van Faverey RemkoScha niet rechtstreeks heeft geïnspireerd,
zou je denken dat op zijn minst één van de functies
of commando's uit dit programma er een rechtstreekse vertaling van
is. Maar zelfs als hij dit gedicht niet kent, blijft er een intrigerende
vraag hangen. Zou er ooit een visuele reeks gegenereerd kunnen worden
die de kracht van het gedicht ook maar kan benaderen? Nu is het
immers nog zo dat het gedicht zich als het ware in de leegte oplost,
terwijl het computerscherm zich alleen dankzij het commando "exit"
van de dichtslibbende vormen in Artificial kan ontdoen. Als het
horror vacui voor Artificial voorlopig de grootste bedreiging
vormt, waarom blijkt dat verschijnsel in het gedicht nu net bevrijdend
te werken? Hoe komt het dat Chrysanten, Roeiers - in tegenstelling
tot de inhoudelijke suggestie die je erin terugvindt - de geest
werkelijk even leeg maakt? Is dit procédé ook in Artificial
toe te passen, of is het juist een van die geheimen van de poëzie?
Is het alleen die toevallige klank- en rijm-verwantschap van 'groeien'
en 'roeien' die dat sublimerende effect teweeg brengt? En zo ja,
zijn daarvoor visuele parallellen aan te wijzen?
De leegte van
Chrysanten, Roeiers tegenover de volheid van Artificial. Het
zou misschien te overwegen zijn het programma binnenste buiten te
keren, of liever de richting ervan om te keren. Te beginnen met
een door patronen en vormen overwoekerde monitor die stukjes en
beetjes het beeldscherm van zijn lading ontdoet en tenslotte de
stilte en het witte scherm van de absolute meditatie toont. Dichtgegroeide
structuren die uiteendrijven en tenslotte op de monitor en in de
geest als een enkel leeg beeld achterblijven. Niet als beeld van
een dienst weigerende computer of dat van de herinnering van een
kijker met alleen maar een korte-termijn-geheugen, maar van de kracht
van een gedichtwaarvan de letters zich na lezing oplossen in het
papier, daarin verdwijnen. (Een beeld dus dat de wereld van de roeiers
van Faverey binnenste buiten keert.) Zodat het nabeeld van een
TV-scherm dat op een of andere manier altijd een beeld van
volte achterlaat - het gevolg van het feit dat het bombardement
van de electronische deeltjes op het oog zoveel agressiever is dan
het gemoedelijk communiceren via het papier - eindelijk de sfeer
van het witte schilderij zal kunnen benaderen. Dat zou uiteindelijk
de sublieme triomf van het zwaarwichtige wit geven waartoe Remko
Scha en remkoScha en Remko_Scha en remko@schainfde programmeur RemkoScha
hebben uitgedaagd bij het maken van Artificial.
_______________________
Paul Groot is scenarioschrijver en redacteur van onder andere
Blind en Mediamatic.