Remko
Scha
Institute
of Artificial Art Amsterdam
Dynamic
Design: Artificial Architecture
De meeste gebouwen
staan meestal stil. En dat moeten we misschien maar zo laten, want
het heeft veel praktische voordelen. Maar het gebouw in statu
nascendi, in het hoofd van de ontwerper, beweegt nog op allerlei
manieren: het wandelt rond en draait en plooit, om zich te voegen
naar zijn omgeving; het spreidt zich uit of richt zich op, om zich
te meten met zijn concurrenten; het dijt uit en krimpt weer in,
om zijn cost-effectiveness te exploreren; het valt uiteen
in brokstukken, die zich in nieuwe configuraties weer samenvoegen;
de vloeren, de wanden en de daken verschuiven, kantelen en verschieten
van kleur; her en der vallen gaten die weer ingevuld of overdekt
worden; torens, terrassen, puien en ornamenten verschijnen en verdwijnen;
het stort in elkaar tot een puinhoop, en herrijst uit zijn as. Het
gebouwde gebouw is een freeze een moment-opname uit
dit proces.
Tot voor kort
was het onvermijdelijk dat de architect zelf die moment-opname maakte
en moesten de eindgebruikers maar zien te leven met het vaak
al te conventionele of juist persoonlijk-expressieve karakter van
de subjectieve keuze van de architect. Maar de hedendaagse computer-technologie
maakt het mogelijk dat de architect een stapje achteruit doet: dat
hij oplossingsruimtes ontwerpt in plaats van individuele gebouwen.
Hij kan definities van hele klasses van gebouwen op de computer
implementeren, waar dan toevallige steekproeven uit getrokken worden
(toevals-architectuur); of hij kan de keuze binnen zo'n oplossingsruimte
doorschuiven naar de eindgebruiker.
In samenwerking
met Archipel Ontwerpers te Den Haag is het Institute of Artificial
Art bezig met de uitwerking van dit idee. Voor enkele tamelijk specifieke
stijlen en randvoorwaarden zijn algoritmes ontwikkeld die autonoom
naar willekeur AUTOCAD-files voor gebouwen genereren. Toekomstige
uitdagingen hebben betrekking op enerzijds het steeds algemener
maken van de klasse van mogelijke stijlen van de ontworpen gebouwen
(algoritmisch postmodernisme), en anderzijds de integratie
van constructie-berekeningssoftware, zodat de praktische uitvoerbaarheid
van de ontworpen gebouwen tevoren gegarandeerd kan worden, en de
kosten geschat.
De toegepaste
benadering is geïnspireerd door het eerder ontworpen programma
Artificial, dat at random abstracte kunst produceert.
Dit programma genereert en executeert expressies van een beeldbeschrijvingstaal
die gebruik maakt van een groot aantal verschillende beeld-elementen,
vorm-categorieën, ordeningsprincipes en bitmap-transformaties.
Het postmodernisme
is een neo-victorianisme. De eklektische toepassing van allerlei
stijlen uit het verleden leidt in de praktijk tot een smalle, modieus
gedefinieerde, neo-stijl. De vraag naar een alle stijlen overstijgende
meta-stijl blijft onbeantwoord. Maar als we expliciete computationele
modellen van bekende stijlen maken, kunnen we op basis daarvan ook
alle mogelijke syntheses, interpolaties en extrapolaties ervan naar
willekeur genereren.
Literatuur.
Remko
Scha: "Artificiële Kunst." Informatie en Informatiebeleid
6, 4 (1988), pp. 73-80.
Remko
Scha en Eric Vreedenburgh: "Vers une autre Architecture." Zeezucht
7, 8 (1994), pp. 6-14.
Remko
Scha: "Naar een Architectuur van het Toeval." In: Hans Konstapel,
Gerard Rijntjes and Eric Vreedenburgh (red.): De Onvermijdelijke
Culturele Revolutie. (Den Haag: Stichting Maatschappij en Onderneming,
1998), pp. 105-114.